Het Dagboek
auteur: Erik Grootoonk, februari 2024
Op weg
De weg is leeg, de zon komt langzaam boven de horizon. Er speelt een podcast waarin twee mensen een geanimeerd gesprek hebben. Muziek of podcast, het is een keuze die vaak in het voordeel van het laatste valt. Op één of andere is het vaak moeilijk de juiste muziek te vinden voor de situatie. Ik ben graag alleen, maar ik mag graag naar gesprekken van andere mensen luisteren. Het doet me altijd goed wanneer mensen met gemak een gesprek gaande houden, iets wat mij niet makkelijk afgaat. Maar je zult het mij moeten doen, want ik ben de verteller. Ik ben op weg naar Berlijn, een weg die ik talloze malen afgelegd heb. Het is één rechte weg naar het oosten, daar hoef je niet veel bij na te denken, de auto rijdt zichzelf in de goede richting. Ik ben gestopt me af te vragen waarom het _de goede_ richting is, waarom ik telkens terug moet naar mijn stad. Zij is een allemans vriend, en dat is prima. Ik ben benieuwd wat ik aan zal treffen.
Ik ben de vorige keer nogal abrupt vertrokken. Ik was er heen gegaan, met het idee er te blijven. Maar na een paar weken vergeefs zoeken naar een vast huurappartement en geen reactie op de cv's die ik verstuurde, leek mijn doel steeds meer op een fata morgana, verstopt achter regenwolken en mist. Ook begonnen Katrin, waarbij ik logeerde en ik elkaar op de zenuwen te werken, deels omdat zij andere verwachtingen had van mijn verblijf in Berlijn (ik was fulltime aan het werk voor een bedrijf in Nederland) en mijn humeur ook niet om over naar huis te schrijven was. Na een paar weken dacht ik: Wat doe ik hier eigenlijk? Daarop heb ik mijn spullen in de auto gegooid en ben weer naar Nederland gereden.
Deze keer is het misschien anders, want ik heb nu een aanleiding om naar B te gaan, zei het een beetje merkwaardige. Twee weken geleden arriveerde er een pakje met een aantal oude dagboeken er in. Met daarbij een brief van Katrin met daarin het verzoek de eigenaar te vinden en ze terug te bezorgen. Ze vermoed dat de schrijver van deze dagboeken nog in Berlijn is. Ik kan zolang in haar huis blijven omdat ze voor langere tijd naar Zuid Amerika gaat om te werken voor een NGO. Het is me niet geheel duidelijk waarom _ik_ de boeken moet bezorgen en ze dat niet zelf gedaan heeft, maar misschien kom ik daar terplaatste achter. De auto zet ik voor het huis met knipperlampen en loop met de eerste spullen naar het huis van Katrin. De sleutel past nog en ik stap het huis binnen. Het ruikt nog hetzelfde als altijd naar droogbloemen en haar parfum, chanel no 5. Er ligt een briefje op tafel. "Lieber Michiel, es ist schade dass wir uns nicht treffen wan du ankommst. Aber viel erfolch bei der Suche nach den author von diesen Tage-Bücher. Bitte die Pflanzen 1 mal die Woche giesen. Dein Katrin. Ik haal de rest van de spullen, en parkeer daarna de auto een eindje verderop in de wijk. Ik doe direct ook maar even wat boodschappen voor vandaag en morgen.
Berlijn
Thuis gekomen open ik een Berliner Kindl en installeer me op de bank. Ik hoor een ambulance in de verte voorbij komen met een ongelofelijk luide sirene, waar ze hier in Berlijn patent op lijken te hebben. Dan is het weer stil. De planten zeggen niets, de boeken evenmin. Ik val ongemerkt in slaap en droom onrustig over gebouwen met oneindige boekenkasten vol met dagboeken. Wanneer ik wakker wordt is het inmiddels donker geworden en de straatlantaarns zijn inmiddels ontstoken. Ik ga voor het raam staan en zie enkele jongens/meiden op fietsen die eten bezorgen en begin trek te krijgen. Doe de lampen aan en loop naar de keuken om iets te eten gaan maken. Dat bestaat uit het standaard Michiel menu: wortel, courgette, paddestoelen, rodepeper in stukjes, dit roerbakken in kruiden. Ondertussen basmati-rijst koken. Wanneer de rijst gaar is, deze door de groente mengen met een ei en dan flink blijven roeren zodat het ei zich verdeeld over de rijst en de groente. Het komt voor dat ik dat weken achterelkaar als avondmaaltijd eet, wanneer ik met niemand rekening hoef te houden. Na het eten bekijk ik nog een aantal fotoboeken die in Katrin's boekenkast staan en ga op tijd naar bed.
De volgende dag begint met een ontbijt en koffie. Ik heb gisteren ook nog een groot pak koffie gekocht, want Katrin vind het niet fijn wanneer ik haar premium koffie, die ze bij een speciaalzaakje haalt, op maak. Is ook niet aan mij besteed, ik ben een koffie barbaar. Ik zet de doos met dagboeken op tafel en pak er eentje uit. Op de binnenkant staat met vulpen Uwe Müller, 1990. Het lijkt een dagboek van een jongen die op de middelbare school zit, en bij tijd en wijle vol pubertwijfels zit. De connectie met Katrin is nergens te zien. Ik kijk wat het volgende dagboek is en er is er één uit 1987. Het voelt toch wat ongemakkelijk om iemands persoonlijke schrijfsels te lezen. In het midden kom ik de naam Katrin tegen, ze heeft blijkbaar iets met die jongen gehad, in de zomervakantie van 1991. Het speelt in Schöneberg, want ze treffen elkaar in het park met het gouden Hert bij u-bahn station Rathaus Schöneberg om te knutchen. Tussen de laatste bladzijde en het kaft zit een brief, met een poststempel uit 1995.
In deze brief schrijft Uwe dat hij wacht totdat K zover is dat hij langs mag komen en het uit te praten. Hij heeft ook voor de zekerheid zijn telefoonnummer erbij gezet. Dit deel heeft Katrin niet vermeld, maar de laatste regel geeft wel een clou waarom ze niet zelf de dagboeken teruggebracht heeft. Dat is iig een aanknopings punt voor mij. Wanneer ik dat nummer bel, krijg ik iemand in studentenhuis aan de telefoon. Uwe woont daar niet meer, maar hij weet zich wel te herinneren dat hij naar tijdelijk naar zijn ouders is teruggegaan. Nee, daar heeft hij geen nummer van, maar hij weet wel te vertellen dat ze in ... wonen. Dat blijkt een niet al te groot dorp te zijn, dus er moet een kans zijn daar iemand van zijn familie te vinden. Het nadeel is dat Müller de meest voorkomende achternaam is in Duitsland. In het dorp staan alleen al 6 nummers op naam van Müller, maar ja... gewoon bovenaan beginnen. Na een aantal telefoontjes heb ik waarschijnlijk de moeder van Uwe gevonden. Die geeft aan dat Uwe nog steeds in Berlijn woont en dat zij mijn telefoonnummer aan hem door zal geven. Ik bedank de oude dame en hang op. De volgende dagen hoor ik niets van Uwe en besteed mijn tijd aan het spotten van street-art. Wanneer ik een week later een prachtig werk van Herakut in Kreuzberg sta te bekijken gaat de telefoon, het is Uwe. We spreken af in zijn appertement.
Uwe
Ik loop naar Innsbruckerplatz en koop een zak broodjes voor onderweg bij de broodjesman op het station. De trap op naar het perron en neem de s42 naar Ostkreuz en stap daar over op de eerst volgende sbahn richting Warschauerstraße. Ik bestijg de trap en sla rechtsaf richting Friedrichshain en kom langs het RAW-Gelände. Ik overweeg even om over het terrein te lopen en te kijken of er nieuwe streetart gemaakt is. Het is er rustig, het is nog niet het seizoen blijkbaar. Maar ik loop door naar het opgegeven adres. Ik bel aan, en een man die Uwe zou kunnen zijn doet open. Hij is piekfijn gekleed. Hij draagt een donkere broek, een wit overhemd met daarover een gillet. Een vriendelijk gezicht vermoedelijk ergens einde vijftig.
Lees meer verhalen...